Wat is de betekenis van nontonner?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nontonner

m. (-s), die nontont.

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

nontonner

(1910) (< Jav. nonton) (Ned.-Indië) iemand die nontont: die gratis kijkt of luistert (bij concert, bal of voorstelling); toekijker (soms zelfs in de zin van ramptoerist). • Nontonner: sightseer, onlooker, attendant. (F.P.H. Prick van Wely: Viertalig aanvullend hulpwoordenboek voor Groot-Nederland. 1910) • Gisterenavond had bij Pa...

2025-07-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

nontonner

(B.I.) toekijker, gratis luisteraar.

Gerelateerde zoekopdrachten