Wat is de betekenis van Nomos?

2025-07-28
XYZ van de Grieks-Romeinse Oudheid

Jos Liefrink (1989)

Nomos

Nomos - Oorspronkelijk een bepaalde klank of toon, later een melodie of een lied, gezongen en gespeeld ter gelegenheid van een godsdienstig feest. De muzikale begeleiding gebeurde door de citer (een citharodische nomos) of door de fluit (een aulodische nomos). Wanneer het alleen een louter instrumentale compositie betrof, vooral voor...

2025-07-28
Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

NOMOS

Nomos (νομπς), in de griekse letterkunde terminus technicus voor een sololied met instrumentale begeleiding ter ere van Apollo. De archaïsche en klassieke vorm van de nomos, een zevendelig, niet-strofisch, doorgecomponeerd lied, vond volgens de Grieken zijn oorsprong bij Terpander (ca. 675 vC), die zichzelf op de cithara begeleidde. Clonas van Tege...

2025-07-28
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

NOMOS

(Egyptisch), Griekse benaming voor de 42 districten (wij noemen ze gewoonlijk gouwen), waarin Egypte verdeeld was. Oorspronkelijk zelfstandige staatjes, hadden zij in de loop der geschiedenis bij verzwakking van het centrale gezag telkens weer neiging zich zelfstandig te maken, tot dan weer de een of andere gouwvorst sterk genoeg werd om als kortin...

2025-07-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Nomos

In Oud-Egypte het administratieve district, hetwelk, van oudsher bestaande, vooral uit den Hellenistischen tijd bekend is. Elke n. was onderverdeeld in topoi en werd beheerd door een nomarchos. Nog in het huidige Griekenland is het woord in den bovenvermelden zin in gebruik. V. Pottelbergh

2025-07-28
Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Nomos

(grieksch), „wet", bij de Grieken een bepaald type van melodie, waarop in de oudste tijden (Terpander) de epische gedichten werden gezongen; er bestonden echter ook nomoi voor instrumentale muziek (voor kithara- en aulosspel). Deze komen in de 4de eeuw v. Chr. in gebruik. De N. is een naar de regelen der kunst vervaardigd muziekstuk, dat...

2025-07-28
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Nomos

Nomos - (Gr.); aldus heeten de districten, waarin Aegypte van de oudste tijden tot op de Grieksch-Rom. heerschappij was verdeeld en wier aantal heeft afgewisseld. Aan 't hoofd van elken N., onderverdeeld in topoi, toparchiai, stond een nomarch. Thans de naam voor Grieksche provincie.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

nomos

muziek, m. (nomoi), 1. wet; 2. streng genormeerd melodieschema MUZIEK De term nomos wordt gebruikt zowel voor zang als voor instrumentaal spel, overeenkomend met de Indische raga, de Arabische maqam en de Hebreeuwse nigun. In het gregoriaans komt de nomos veel voor als een melodieschema, dat de basis vormt voor de melodische bouw van een volle...

2025-07-28
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Nomos

1) nomarchie, in het tegenw. Griekenland zooveel als provincie. 2) bij de oude Grieken naam van een muziekstuk, dat voorgedragen werd op de kithara (lyra) of fluit (aulos), met afzonderlijke begeleiding van. een zanger.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Nomos

Nomos, een Grieksch woord, dat eigenlijk weide beteekent, is de naam der districten, waarin Opper-, Midden- en Beneden-Egypte waren verdeeld. Volgens de overlevering zijn de nomoi afkomstig van Sesostris, die er 36 aanwees en aan het hoofd van ieder nomos een nomarch plaatste. Voorts beteekent nomos wet, gebruik alsmede een oud lied, ter eere der g...