nokkie zitten
(2015) (inf.) genoeg gegeten hebben, volzitten. Vgl. nokkie-nokkie*. • Maar waarom eten we zovéél? Ieder jaar zit ik weer helemaal nokkie, en loop ik met mijn broek op de vreethaak. (Daphne Deckers: Deze is voor jou. 2015)
Marc De Coster (2020-2025)
(2015) (inf.) genoeg gegeten hebben, volzitten. Vgl. nokkie-nokkie*. • Maar waarom eten we zovéél? Ieder jaar zit ik weer helemaal nokkie, en loop ik met mijn broek op de vreethaak. (Daphne Deckers: Deze is voor jou. 2015)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: