Wat is de betekenis van neu?

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

neu

(1922) (inf.) (tussenwerpsel) neen. Oorspr. Tilburgs dialect? Zie Woordenboek van de Tilburgse taal op internet. • Zijn goedhartige vrouw zegt: „Jan. ik zal je een heeten grog maken." In een paar kolossale teugen had Jan het glas leeg, maar trekt de wonderlijkste gezichten. „Neu man, wil je er nog een", vroeg zijn vrouw bezorgd. (...

2025-07-27
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Neu

nieuw; eine neue Auflage, een herdruk; die neueren Sprachen, de moderne talen; in neuerer Zeit, i. d. laatste tijd; Neuen trinken, nieuwe wijn drinken; seit neu estem, sedert heel onlangs; von neuem, aufs neue, opnieuw; das ist mir ein Neues, dat is voor mij nieuw, iets nieuws.

2025-07-27
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Neu

zie neve.

2025-07-27
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)