Wat is de betekenis van Nettenboeter?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nettenboeter

m. (-s).

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nettenboeter

m. nettenboeters (nettenhersteller).

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nettenboeter

('nettən) m. (-s).

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

nettenboeter

m. (-s), iemand die met de hand netten repareert.

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Nettenboeter

Nettenboeter m. (-s), ...BOETSTER, v. (-s), ...BREIER, m. (-s), ...BREISTER, v. (-s), ...KNOOPER, m. (-s), ...KNOOPSTER, v. (-s), ...MAKER, m. (-s), ...MAAKSTER, v. (-s), die netten boet, breit, knoopt, maakt; ...WAGEN, m. (-s), wagen waarmee visschers hun netten vervoeren.

2025-07-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten