Netenkop
m. (-pen), neetoor.
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (inf.) vitziek mens; iemand die altijd uit zijn humeur is; neetoor*. Letterlijk: hoofd met ongedierte. O.a. in de Zaanstreek (zie Boekenoogen). • Een neetoor is een kitteloorig mensch, zegt Hoeufft, naar ik meen te regt. Den zoodanigen krieuwelt het achter de ooren, alsof hij er neten had. Met deze opvatting komen ook overeen de bij...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc de Coster (2007)
(vnl. in de Zaanstreek) vitziek mens; iemand die altijd uit zijn humeur is; neetoor. Letterlijk: hoofd met ongedierte. Een neetoor is een kitteloorig mensch, zegt Hoeufft, naar ik meen te regt. Den zoodanigen krieuwelt het achter de ooren, alsof hij er neten had. Met deze opvatting komen ook overeen de bij Weiland vermeide spreekwijzen: dat is een...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: