nekof, nekef
(19e eeuw) (Barg.) gevangenis. • In 1836 werd ik in de avond school (kerk) waar een voorname raaf (predikant) gesproken had, met zes speentjes (knipjes), die ik aan een ander niet kon afplanten (overgeven), treifel verschut (op heeterdaad betrapt) en daleth (vier) sjone (jaren) naar het nekof (gevangenis) te Hoorn gebragt. (Conrad Jacobus Nico...