Wat is de betekenis van Ne(d)erzitten?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ne(d)erzitten

(zat neder, heeft nedergezeten), (verh. st.) 1. gaan zitten: zij zaten neder om brood te eten (Gen. 37 : 25); zo zat ik neder en weende; iem. doen nederzitten, hem plaats doen nemen; 2. gezeten zijn, zitten.