Ndjeploek
1 of ndjeplok verouderd : doorknakken, -knikken (staak, been en zo voort); 2 spreektaal ’t afleggen ('t niet kunnen bolwerken), ’t lijkt naar niets; 3 sakésoek ndjeploek spreektaal (ndjepoet gewestelijk): ’n hele morgen lang voor niets (gewacht en zo voort).