nawoog
nawoog - Werkwoord 1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van nawegen ♢... dat ik nawoog ♢... dat jij nawoog ♢... dat hij, zij, het nawoog
Wiktionary (2019)
nawoog - Werkwoord 1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van nawegen ♢... dat ik nawoog ♢... dat jij nawoog ♢... dat hij, zij, het nawoog
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: