Naweek
v., 1. de laatste dagen der week: in de naweek denk ik op reis te gaan; 2. week volgende op enige plechtigheid: de naweek van Pasen.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. de laatste dagen der week: in de naweek denk ik op reis te gaan; 2. week volgende op enige plechtigheid: de naweek van Pasen.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
v. de laatste dagen der week: in de naweek denk ik op reis te gaan; — week, volgende op eenige plechtigheid: de naweek van Paschen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: