Navrucht
v. (-en), 1. vrucht die laat rijp wordt, late vrucht; 2. tweede gewas.
Veerman (1954)
Het op een bepaald gewas volgende, op dezelfde akker geteelde gewas. Meestal wordt er het in het volgende seizoen geteelde gewas mee bedoeld, doch ook wel een tweede gewas in hetzelfde seizoen (vgl. Nateelt).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Navrucht - is een gewas, dat op een akker verbouwd wordt in hetzelfde jaar, nadat het hoofdgewas geoogst is.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-en), 1. een gewas dat in hetzelfde jaar op een akker verbouwd wordt, nadat het hoofdgewas geoogst is, b.v. stoppelknollen na rogge, wikke na graan; 2. gewas dat het volgend jaar op die akker verbouwd wordt.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: