Wat is de betekenis van Navrucht?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Navrucht

v. (-en), 1. vrucht die laat rijp wordt, late vrucht; 2. tweede gewas.

2025-07-24
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Navrucht

Het op een bepaald gewas volgende, op dezelfde akker geteelde gewas. Meestal wordt er het in het volgende seizoen geteelde gewas mee bedoeld, doch ook wel een tweede gewas in hetzelfde seizoen (vgl. Nateelt).

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

navrucht

('na:) v. (-en) vrucht die later dan een andere komt.

2025-07-24
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Navrucht

Navrucht - is een gewas, dat op een akker verbouwd wordt in hetzelfde jaar, nadat het hoofdgewas geoogst is.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

navrucht

v./m. (-en), 1. een gewas dat in hetzelfde jaar op een akker verbouwd wordt, nadat het hoofdgewas geoogst is, b.v. stoppelknollen na rogge, wikke na graan; 2. gewas dat het volgend jaar op die akker verbouwd wordt.

Gerelateerde zoekopdrachten