Navelteeken
o. (-s), navelmerk; ...VATEN, o. mv. (ontl.) slagader en ader van de navelstreng; ...VLEESCHBREUK, v. (-en), (geneesk.); ...VLEK, v. (-ken); ...VORMIG, bn. in den vorm van den navel; ...WATERBREUK, v. (-en), (geneesk.); ...WINDBREUK, v. (-en), (heelk.); ...ZAAD, o. (plantk.) kleefkruid.