Wat is de betekenis van Nauwsluitend?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nauwsluitend

bn., 1. juist om het lichaam passend: nauwsluitende halsboorden; 2. bestaande uit delen die juist op of in elkaar passen: een nauwsluitend geheel.

2025-07-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Nauwsluitend

adj., nau, strak, hean, twang.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nauwsluitend

('nouw) bn. 1. maar juist om het lichaam sluitend : -e klederen. 2. bestaand uit delen die juist op of in elkaar passen : een geheel vormen.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

nauwsluitend

bn., 1. juist om het lichaam passend: nauwsluitende jeans; 2. bestaande uit delen die juist op of in elkaar passen: een geheel.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Nauwsluitend

bn. bw. nauwsluitende halsboorden, die nauw sluiten.

2025-07-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten