Natiegast
m. (-en), (Zuidn.) werkman bij een natie.
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (Antwerpen, havenarb.) sjouwer; iemand die werkt in een veem en dus belast is met het lossen en laden van schepen. • Aan de dokken was, dacht zij, altoos geld te winnen voor iemand die wilde arbeiden, en dat ik mettertijd, zoowel als een ander, sjouwerman of natiegast zoude worden, was hare vaste overtuiging. (Domien Sleeckx: In &r...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc de Coster (2017)
Natiegast - Antwerps voor iemand die werkt in een veem en dus belast is met het lossen en laden van schepen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: