Narduszaad
o., volksn. voor de nigelle.
Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)
(Nigella sativa). Een aan de boterbloem verwante plant met blauwachtige bloemen en zwarte zaadjes van ca 3 mm. Jes. 28 : 25 wordt het onder de naam kētsăch (St. Vert. „wikke”) genoemd als een der gewassen, die met een stok uitgeslagen worden. De zaden werden evenals komijn en kummel op broodkoeken gestrooid.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: