Wat is de betekenis van nap, beker?

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

nap, beker

m. (-pen), 1. (dicht.) beker, drinkschaal: de omkranste met rijnwijn volgeschonken; 2. houten kom of diepe schotel: een nap, beker met melk; oudtijds een gewoon attribuut van bedelaars.