Nagelriem
m. (-en), voet, ondereinde van de nagelplooi dat over de nagel heengroeit.
Wiktionary (2019)
nagelriem - Zelfstandignaamwoord 1. (anatomie) de huidplooi rondom de nagel, die dient ter bescherming van het levende deel van de nagel Woordherkomst samenstelling van nagel en riem
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. L.M. Metz (1937)
Het vel, dat over den nagel heengroeit. Den nagelriem opschuiven. Ontsteking van den nagelriem.
J.H. van Dale (1898)
Nagelriem m. (-en), uiteinde van de nagelplooi dat weleens met den nagel meetrekt, en oorzaak van dwangnagels zijn kan: den nagelriem losmaken en opschuiven. i
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: