nachtwachter
nachtwachter - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) nachtwacht, iemand die in de nacht op de veiligheid let ♢ De nachtwachter liep ieder uur zijn ronde door de stad. Woordherkomst samenstelling van nacht en wachter
Wiktionary (2019)
nachtwachter - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) nachtwacht, iemand die in de nacht op de veiligheid let ♢ De nachtwachter liep ieder uur zijn ronde door de stad. Woordherkomst samenstelling van nacht en wachter
J. van Donselaar (1936)
(de, -s), nachtwaker. Elke namiddag om 6 uur moest de stalknecht in tegenwoordigheid van den fabrieksopzichter de paarden voeren en om 9 uur ’s avonds moest deze met den nachtwachter die paarden opnieuw voeren ( ) (Bartelink 27). - Etym.: Zie wachter (1).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: