nabouw
nabouw - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabouwen ♢... dat ik nabouw
Wiktionary (2019)
nabouw - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabouwen ♢... dat ik nabouw
Veerman (1954)
Voortkwekingsmateriaal, dat door telers onafhankelijk van de kweker wordt voortgebracht. Wanneer een landbouwer het originele zaad bestemt voor vermeerdering tot zaaizaad, wordt aan het aldus te verkrijgen zaaizaad de naam n. gegeven. De volgorde der benamingen is origineel zaaizaad (afkomstig van de kweker), 1 e n., 2e n., oudere n. Van sommige kr...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Nabouw. - Hieronder verstaat men het zaaizaad of pootgoed, geoogst van het origineele van den kweeker afkomstige zaai- of pootgoed. Men onderscheidt le, 2e, enz. nabouw, al naarmate het origineele één, twee of meerdere jaren is naverbouwd.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m., voor voortkweking bestemd zaad van een land- of tuinbouwgewas dat door telers onafhankelijk van de (eerste, meestal buitenlandse) kweker wordt geproduceerd.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: