Wat is de betekenis van muster?

2025-07-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

muster

I. 1. monstering; 2. inspectie; there was a strong muster, de vergadering was goed bezocht; pass muster, de toets doorstaan, er mee door kunnen; II. monsteren; op de been roepen; (laten) verzamelen; he couldn’t muster three shillings, bij elkaar krijgen; muster up a smile, met moeite een glimlach te voorschijn roepen.

2025-07-29
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Muster

monster, staal, patroon, dessin; voorbeeld, model; Muster ohne Wert, monster zonder waarde; ein Muster des Fleißes, een toonbeeld v. vlijt.