Wat is de betekenis van Muizen (2)?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Muizen (2)

Muizen (muisde, heeft gemuisd), (mets.) steenen, pannen enz. van hand tot hand gooien; — (zeew.) de kabelaring beslaan.