Wat is de betekenis van muitziek?

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

muitziek

bn.; gaarne muitende, geneigd tot muiten; muitzieke huurlingen.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

muitziek

('muit) bn. (-er, -st) geneigd tot muiten.

Gerelateerde zoekopdrachten