Mouw (2)
Mouw v. (-en), deel van een kleedingstuk, armbekleedsel: eene jas met wijde, lange mouwen; de mouwen opstroopen; — (fig.) ik weet er geen mouw aan te passen, ik weet het niet te verhelpen, ik weet er niets aan te doen; — iem. iets op de mouw spelden, hem iets wijsmaken; — middelen in de mouw hebben, geheime middelen weten; &mda...