mortaliteit
(zelfstandig naamwoord) [alg.] zie: uit Frans ontleend, geen Engels
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
Wiktionary (2019)
mortaliteit - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) sterftecijfer Woordherkomst afgeleid van het Franse mortalité (met het achtervoegsel -iteit)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Anneke van Schie (2000)
Geeft het aantal sterfgevallen over een bepaalde periode aan, betrokken op de risicopopulatie.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat. mortalitas = sterfelijkheid, van mortalis = sterfelijk, van mors, z.a.] sterfte(cijfer).
G. Th. van Kempen (1974)
sterftecijfer, aantal individuen in een populatie (in verhouding tot het totaal), dat in een bepaalde tijd sterft. Bij hogere organismen vooral afhankelijk van de leeftijd (vooral in jeugd).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: