Wat is de betekenis van monozygoot?

2025-07-23
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Monozygoot

ook: monozygotisch bn [v. Gr. monos = alleen; zie zygote] (biol.) voortgekomen uit één bevruchte eicel, eeneiig (gezegd van identieke tweelingen).

2025-07-23
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

monozygoot

uit dezelfde zygote ontstaand, zoals in het geval van identieke tweelingen, ➝ dizygoot.

Gerelateerde zoekopdrachten