Wat is de betekenis van Monotype (1)?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Monotype (1)

Monotype v. (-s), (drukk.) zetgietmachine die losse letters giet. De Monotype bestaat uit twee deelen, afzonderlijk van elkaar opgesteld en arbeidend, zoodat ze door verschillende personen bediend worden. Het eene deel: het toetsenbord, maakt door het neerdrukken der toetsen perforeeringen in een papierstrook. Het tweede deel: de gietmachine, giet,...