Wat is de betekenis van monomeer?

2025-07-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

monomeer

Het begrip monomeer heeft 2 verschillende betekenissen: 1) kleine molecule of verbinding van monomere molecules. kleine molecule die zich onder invloed van druk, warmte of een katalysator met gelijkaardige moleculen verbindt tot lange moleculaire kettingen of polymeren; ook: de chemische verbinding of substantie die uit monomere molecules be...

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

monomeer

monomeer - Zelfstandignaamwoord 1. (scheikunde) een enkelvoudige bouwsteen waaruit een polymeerketen opgebouwd is Niet-gereageerde monomeren kunnen nog aanwezig zijn in het polymerisatieproduct en voor toxiciteit zorgen. Woordherkomst met het voorvoegsel mono- met het achtervoegse...

2025-07-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

monomeer

monomeer - zelfstandig naamwoord uitspraak: mo-no-meer 1. de kleinste eenheid waaruit polymeren zijn opgebouwd ♢de monomeren in eiwitten heten aminozuren Zelfstandig naamwoord: mo-no-meer de monomeer ...

2025-07-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Monomeer

[v. Gr. monos = alleen, en meros = deel] (chem.) I zn een stof met dergelijke eigenschap (zie verder bij polymerie); II bn bestaande uit afzonderlijke moleculen, die niet chemisch met elkaar verbonden zijn.

2025-07-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Monomeer

molecule die zich met soortgelijke moleculen verbindt

2025-07-26
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

monomeer

monomeer - De eenvoudige, ongepolymeriseerde vorm van een verbinding, met een laag molecuulgewicht in tegenstelling tot de dimeer of polymeer.

2025-07-26
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Monoméer

betrekking hebbend op één metameer (zie ald.) (b.v. metamere overerving).