Wat is de betekenis van Monitor (1)?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Monitor (1)

Monitor m. (-s), familie van eenige groote hagedissoorten met een lang plat lichaam, smallen en spitsen kop en eene slangentong (monitores); de op Java levende varanus wordt meer dan 2 M. lang.