Wat is de betekenis van momentaneel?

2025-07-29
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

momentaneel

ogenblikkelijk, kortstondig.

2025-07-29
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

momentaneel

momentaneel - oogenblikkelijk, ras voorbijgaand, kortstondig.

2025-07-29
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

momentaneel

momentaneel - bn. oogenblikkelijk, kortstondig, voorbijgaande, voor het oogenblik