Wat is de betekenis van molm?

m. en o., 1. stof van aarde, hout en andere stoffen die vergaan zijn: molm in holle boomstammen; de mom zit er in; 2. vermolming, vergaan (van hout); 3. vezels en stof van turf; 4. bederf in graan; 5. (Barg.) geld.

(1906) (Barg.) geld. Endt (1969) wijst er op dat faecaliën bij Freud een symbool voor geld zijn. Vgl. in dezelfde zin poep*. Andere Bargoense termen voor geld: bezoeten*; bocht*; bucht*; handsmeer*; jatmoos*; kluiten*; knopen*; lood*; lovie*; Marie*; mesomme*; moneten*; monnie*; moos*; muzikanten*; oortjes*; ping*; pitten*; platen*; poeder*; p...

verrotte hout, gras, ens.; gemolm, verrot, vergaan.

o., (Barg.) geld; kattebak met molm: een winkellade met geld.

(bodemk.) is een fijn verdeeld, venig product, turfmolm, meermolm. Ook een gunstige vorm van boshumus, welke bestaat uit organische en minerale delen, die zodanig zijn gemengd, dat de overgang naar de onderliggende lagen niet scherp is. de structuur van m. is rul, de pH relatief hoog, de biologische activiteit groot.

s., môge, môch (it), môgel; (van turf), mot (it).

geld. Ik weet dat er molm steunt, dat er geld zit. Een kattebak met molm, een winkellade met geld.

m. geld.

m. en o.; 1. stof van aarde, hout en andere stoffen, die vergaan zijn: zijn stoel viel aan molm; 2. naam v. een bederf in hout: geen spoor van molm in het eikenhout; 3. inz. vezels en stof van turf: turfmolm.