Wat is de betekenis van Mogol?

m. , 1. Europ. benaming voor de koningen van Dehli uit het huis van Timoer: de grote Mogol; 2. (fig.) iem. Met veel macht en invloed; — een dikke mogol, een grote dikke vrouw.

(1935) (Leiden) wandelende dikke vrouw. Afgeleid van het Bargoense woord ‘mokkel’ (meisje, vrouw), waarbij geassocieerd wordt met mollig. Of van het Spaanse ‘muchacha’? Een moggel-moer was in de 17e eeuw een lichtzinnige of slonzige vrouw. Vgl. pieremachochel. • mogol (klemtoon op gol), wandelende -, dikke -, omvangrijk...

Het mogol-rijk besloeg van 1526 tot het midden van de 19de eeuw grote delen van het Indisch subcontinent (India, Pakistan, Afghanistan, Bangladesh). De regering was in handen van keizers (grootmogols). De namen mogol en grootmogol zijn bedacht door Europeanen die zich in de 16de en 17de eeuw in India bevonden. Ze dachten dat deze dynastie uit Mongo...

(Leiden) wandelende dikke vrouw. Afgeleid van het Bargoense woord mokkel (meisje, vrouw), waarbij geassocieerd wordt met mollig.

Mogol [volkerennaam]. Mogol (vergelijk het Engelse Moghul) is de echte Aziatische naam van de Tartaarse volksstam die wij gewoonlijk met invoeging van een n Mongolen noemen. De vorsten van deze stam worden doorgaans ‘de grote Mogol’ genoemd. De grondlegger van de dynastie van de Mogols, die sedert het jaar 1526 haar zete...

mogol, - Soend. plantennaam (hoeroe mogol).

[van Perzisch mugul] (gesch.) Europese naam voor Mongools heerser van Timoerdynastie in Hindoestan; (fig.) machtig en invloedrijk persoon.

Mongoolse vorstentitel

titel van Mongoolse vors; iem. met veel mag en invloed.