Wat is de betekenis van moelvechten?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Moelvechten

onbep. w., (gemeenz.) bekvechten, elkaar uitschelden.

2025-07-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

moelvechten

(19e eeuw) (Vlaanderen, inf.) elkaar uitschelden; bekvechten. • Moelvechten of liever : muilvechten, twisten ( Limb. ).(Lodewijk Willem Schuermans: Algemeen Vlaamsch Idioticon. 1870) • En daarom zwijgt hij nu. Want het is niet noodig, dat ze moelvechten om een zaak, die nog achter de nevelbanken ligt en daar wel blijven zal ook. (Herman...

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

moelvechten

('moel) wkw. Plat. bekvechten.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Moelvechten

Moelvechten (gemeenz.) bekvechten, een woordenstrijd hebben; elkaar uitschelden.

Gerelateerde zoekopdrachten