Wat is de betekenis van moekim?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Moekim

(<Arab.: ingezetene), m. (-s), 1. (Ind.) kring van ingezetenen ter viering van de Vrijdagdienst in de moskee; 2. Mohamm. parochie in Atjeh; (bij uitbr.) district.

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

moekim

moekim - Zelfstandignaamwoord 1. bestuurlijke eenheid in Atjeh (oorspronkelijk een of meer dorpen of gehuchten die samen een moskee deelden, vergelijkbaar met een kerspel of parochie in het Nederlands) Woordherkomst van Atjehs mukim

2025-07-24
Verklarend woordenboek Nederlands-Indië

Pieter Johannes Veth (2003)

moekim

moekim [islamitische parochie]. Van het Arabische participium moeqim = vast vertoevend, vast inwoner zijnde. Deze betekenis wijzigde zich tot die van: bepaald aantal vaste inwoners en eindelijk tot die van: plaats van samenwoning (van hen die in dezelfde moskee de dienst bijwonen), dus zoveel als ‘parochie, kerspel’.

2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Moekim

mohammedaanse parochie in Atjeh.

2025-07-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

moekim

v. kerspel; tot een moskee behorende onder afdeling van een Atjehse sage of provincie.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

moekim

v. -s; (Arab. eig. ingezetene): Vrijdagskring, d.i. aantal personen, binnen zekere afstand van elkaar wonend zodat ze de Vrijdagsdienst te zamen in één moskee kunnen bijwonen; Mohammedaanse parochie in Atjeh; bij uitbr. district.

2025-07-24
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Moekim

Arab. woord voor bewoner, inwoner. In het Mohamm. recht is m. geworden de techn. term voor den vrijen, volwassen man, die meetelt voor het vormen van het quorum van veertig, zonder hetwelk geen geldige Vrijdagsdienst in de moskee gehouden kan worden. Van één moskee vormen dus de m. een groep, en uit deze groepen zijn in Atjèh a...

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

moekim

('moekim) m. (-s) [Ar.] mohammedaanse parochie.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Moekim

Moekim - (moeym) (Arab.), ingezetene; in Atjèh, naam voor een verzameling gampong’s. Voor een geldigen Vrijdagsdienst in de moskee wordt volgens de Moh. Wet de aanwezigheid vereischt van 40 mannelijke, vrije, meerderjarige ingezetenen; in Atjèh vereenigden zich dus kleine gampong’s tot één Vrijdagsdienstkring, waarvoor een moskee gebouwd werd; de n...

Gerelateerde zoekopdrachten