mobilofoon
mobilofoon - Zelfstandignaamwoord 1. (telecommunicatie) radiotelefoon in vervoermiddelen Woordherkomst afgeleid van mobiel met het achtervoegsel -foon
Wiktionary (2019)
mobilofoon - Zelfstandignaamwoord 1. (telecommunicatie) radiotelefoon in vervoermiddelen Woordherkomst afgeleid van mobiel met het achtervoegsel -foon
Muiswerk Educatief (2017)
mobilofoon - zelfstandig naamwoord uitspraak: mo-bi-lo-foon 1. installatie waarmee contact mogelijk is tussen een basisstation en voer- of vaartuigen onderling ♢de politieman riep via de mobilofoon zijn collega's op naar de plek van de ramp te gaan Z...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Winkler Prins (1949)
apparaat voor het draadloos telefoneren vanuit auto’s, vanaf boten enz. Een accustroom van laag voltage, wordt via triller-omvormer (ter verkrijging van een wisselende stroom), transformator (voor het opvoeren van de spanning) en gelijkrichting opgevoerd tot gelijkstroom van voldoende spanning; de door de P.T.T. geleverde toestellen werken op...
Jacon Kramers Jz (1948)
apparaat, dat het mogelijk maakt uit een rijdende auto telefoongesprekken te voeren met abon né s i. h. land.
Jozef Verschueren (1930)
(mobilo’fo:n) m. (-s, ...fonen) [Lat. mobilis, beweeglijk + Gr. phonè, stem] telefoon waarmede men, van een voertuig uit, een aansluiting kan verkrijgen : de dagtekent van 1949.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: