Wat is de betekenis van mispruim?

2025-07-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

mispruim

(1928) (inf.) ellendeling; beroerd persoon. Variant van mispunt*? • Dit staaltje van mannentaal verkwikte zijn hart. Zijn aanminnig melkbaardengezicht straalde van onverholen trots op zijn flinkheid. De mannen mopperden. Feber mompelde: ‘Val zelf dood, mispruim!’ (A.M. de Jong: Frank van Wezels roemruchte jaren, 1928) • Het w...

2025-07-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

mispruim

mispruim - Zelfstandignaamwoord 1. (scheldwoord) beroerd persoon, ellendeling, mispunt Woordherkomst samenstelling van mis(bijvoeglijk naamwoord) en pruim

2025-07-23
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Mispruim

variant van mispunt? Feber mompelde: ‘Val zelf dood, mispruim!' (A.M. de Jong, Frank van Wezels roemruchte jaren, 1928)