Wat is de betekenis van misluk?

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

misluk

misluk - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mislukken ♢ Ik misluk 2. gebiedende wijs van mislukken misluk! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mislukken misluk je?

2025-07-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

misluk

nie geluk nie, faal.