Misbak
o. (-ken), 1. mislukt baksel; 2. (flg.) iets dat slecht uitgevallen is; 3. (w. g.) wanstaltig mens; 4. (Zuidn.) slecht gebakken steen.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-ken), 1. mislukt baksel; 2. (flg.) iets dat slecht uitgevallen is; 3. (w. g.) wanstaltig mens; 4. (Zuidn.) slecht gebakken steen.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
('miz) m. en o. (-ken; -je) I. Eig. mislukt baksel. II. Metf. 1. wanstaltig misvormd mens. 2. wat slecht uitgèvallen, mislukt is.
J.H. van Dale (1898)
Misbak o. (-ken), mislukt baksel; (fig.) iets dat slecht uitgevallen is; ...BAKJE, o. (-s), mislukt bakje; (ook fig.) wanstaltig mensch; ...BAKKEN, bn. niet goed gebakken of gekookt; (fig.) slecht uitgevallen; ...BAKSEL, o. (-s), misbak en misbakje.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: