Wat is de betekenis van Mĭnŭo?

2025-07-25
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Mĭnŭo

ŭi, ŭtum (3); 1. kleinmaken = splijten, klieven, stuk hakken, - stoten, vermorzelen, ligna, Ov., alqm in pila, Ov. 2. kleiner maken, verminderen, matigen, verlagen, sumptus, Cic., vand. reflex, se minuere en alleen minuere of mediaal minui = minder worden, afnemen, minuit se morbus, Plin., minuent...

Gerelateerde zoekopdrachten