Wat is de betekenis van Miniator?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Miniator

m. (-s), (oudt.) miniaturist, kunstenaar die de handschriften met gekleurde letters en tekeningen versierde.

2025-07-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Miniator

kunstenaar die sierletters in handschriften tekende

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

miniator

m.; (Ned.) -s, miniatoren; (Lat.) miniatores; Lat. (monnik) die handschriften opsierde met fraaie letters; zie miniatuur.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

miniator

(mini'a:tor) m. (-s, -en) (spr. 'to:rən) [Lat. minium, menieverf] M. E. monnik, man die de handschriften met fraaie letters en tekeningen, oorspronkelijk in menieverf, later in allerlei kleuren opsierde,

2025-07-24
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Miniator

Miniator, - oudtijds iemand, die handschriften met fraai gekleurde letters opsierde; de miniatoren waren meest monniken. De M. werd later ook wel illuminator genoemd.

2025-07-24
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Miniator

oudtijds iemand die handschriften met fraai gekleurde letters opsierde; de miniatoren waren meest monniken. De M. werd later ook wel illuminator genoemd.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Miniator

Miniator m. (-s), (oudt.) zie MINIATUUR; — versierde beginletter in een handschrift; fijn schilderwerk op perkament, in handschriften, daarna ook op albast, ivoor, wit marmer enz.; afbeelding in het klein.

Gerelateerde zoekopdrachten