Wat is de betekenis van mierik?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mierik

m., soort van lepelblad; vroeger gebruikt als geneesmiddel tegen scheurbuik (Cochlearia armoracia).

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

mierik

mierik - Zelfstandignaamwoord 1. (kruid) Armoracia rusticana of Cochlearia armoracia, een plant uit de kruisbloemfamilie, met grote witte wortelstok die als kruiderij gebruikt wordt Synoniemen boerenmosterd, boerenradijs, duitse mosterd, meredik, mieriek, mierikswortel, paardenradijs, peperwortel, wilde mosterd, zeemosterd

2025-07-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Mierik

geneeskrachtige plant

2025-07-24
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Mierik

(Armoracia rusticana of Cochlearia Arnioracia). Plant uit de Kruisbloemfam., kan meer dan i m hoog worden. Gekweekt om de wortels die scherpe reuk en smaak bezitten. Vers geraspt gebruikt als specerijkruid bij vlees en voor sausen.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

mierik

m.; een soort lepelblad; peperwortel; Lat. cochlearia armoracia.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

mierik

('mi:rik) m. mierikswortel.

2025-07-24
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Mierik

peperwortel, zie Cochlearia.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Mierik

Mierik m. eene soort van lepelblad, ook peperwortel geheeten, naar de prikkelende, opwekkende eigenschappen van den wortel, die als toespijs en in sausen wordt gebruikt; vroeger ook in de geneeskunde (cochlearia armorada).

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Mierik

zie Lepelblad.