Wat is de betekenis van Middelhand?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Middelhand

v., 1. (ontl.) deel der hand dat tussen de handwortel en de vingers ligt; 2. daarmee overeenkomend gedeelte in de vleugel van een vogel; 3. (kaartsp.) op de middelband zitten, niet het eerst en niet het laatst moeten spelen.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

middelhand

v.; deel der hand tussen pols en vingers: fig. bij het kaartspel: op de middelhand zitten, niet het eerst en niet het laatst moeten spelen; verg. achterhand.

2025-07-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Middelhand

(Metacarpus) (dierk.), het gedeelte tusschen den handwortel en de vingers. Bij den mensch treft men hier als steunskelet aan vijf slanke pijpbeentjes: middelhandsbeenderen of metacarpalia.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

middelhand

('middəl) v. (-en) 1. Eig. deel der hand tussen de vingerleden én de handwortel: de -en van de ➝ arm bij de mens, van een ➝ vogel. 2. Metf. speelbeurt, niet eerst en niet het laatst : op de zitten.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

middelhand

v./m., 1. (anatomie) middenhand; 2. daarmee overeenkomend gedeelte in de vleugel van een vogel; 3. (kaartspel) op de middelhand zitten, niet het eerst en niet het laatst moeten spelen.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)