Wat is de betekenis van mettere?

2025-07-27
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

mettere

1. zetten, leggen, plaatsen; 2. brengen, onderbrengen; 3. aantrekken; 4. inzetten; 5. besteden (geld); kosten; 6. krijgen (tanden, knevel); 7. uitbotten; mettere fuori, er uit gooien; mettere in marcia, aanzetten (motor); mettere un’ora, een uur nodig hebben; mettere su casa, een huishouden opzetten; mettere su qu., iem. opstoken; mettere mal...