Wat is de betekenis van methodist?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Methodist

m. (-en), (oorspr. spot)naam voor de volgelingen van J. Wesley in Engeland en N.-Amerika die hun leven richtten naar nieuwe, strenge methoden.

2025-07-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

methodist

methodist - Zelfstandignaamwoord 1. (religie) een lid van de methodistenkerk George W. Bush is een methodist. Woordherkomst afgeleid van methode met het achtervoegsel -ist Verwante begrippen methodisme

2025-07-23
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Methodist

aanhanger van een evangelische beweging, levend volgens strenge godsdienstige methoden (oorspr. spotnaam; diverse gemeenschappen, thans verenigd; stichters Charles en John Wesley en George Whitefield).

2025-07-23
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Methodist

(metodist) sektelid met strenge opvattingen van het godsdienstige en maatschappelijke leven

2025-07-23
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Methodist

Methodist(isch).

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Methodist

m. -en; oorspr. spotnaam: uitvinders van een nieuwe levensregel, methodus vitae; later verklaard als: die leefden naar de Bijbelse methode; godsdienstsekte onder de Christenen in Engeland en N.- Amerika, gesticht door Wesley en Whitefield, verwant aan de Hernhutters.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

methodist

m. (-en), (oorspronkelijk spot-)naam voor de volgelingen van J.Wesley in Engeland en Noord-Amerika, die hun godsdienstig leven richten naar nieuwe, strenge methoden; aanhanger van het methodisme.

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Methodist

Methodist m. (-en), een aanhanger van zekere godsdienstsekte, in Engeland en N.-Amerika, in 1760 door de gebroeders Wesley georganiseerd.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)