met een mandje lopen
(19e eeuw) (euf.) zwanger zijn. • Ze loopt met een mandje (BOE. Aanh.). Gezeid “omdat (vooral pas getrouwde) vrouwen, die in belangwekkenden toestand verkeeren, dikwijls een boodschappenmandje onder haar boezel dragen om dit feit te verbergen.” (A. De Cock: Spreekwoorden en zegswijzen over de vrouwen, de liefde en het huwelijk. 191...