Wat is de betekenis van met de tup spelen?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

met de tup spelen

(1934) (Barg.) kaartspelen. • (J.G.M. Moormann: De geheimtalen. 1934) • (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • (Rien van den Broek & Ad Kerstens: Van aaszak tot zwabber. Woordenboek van de kaartspeler. 2018) • (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)