Merk (2)
Merk o. (-en), herkenningsteeken op eenig voorwerp, onderscheidingsteeken, stempel; geborduurd merk op een zakdoek; ergens een merk opzetten; fabrieksmerk; postmerk; (fig.) soort (van wijn, sigaren enz.) mijne sigaren bevielen mij niet meer, ik heb eens een ander merk opgedaan; — (gemeenz.) hij is een geschikt merk, een geschikt persoon; &md...