Merd (of mert) aan iets hebben
D.w.z. maling hebben aan iets of iemand, zich om iets niet bekommeren, er ‘dril’ aan hebben (Opprel, 53 a), er ‘schijt’ aan hebben, dat volkomen hetzelfde beteekent, daar mert (zie Coster, 33, vs. 696) het fransche merde (stercus) is. In de Zaanstreek zegt men de mirt (of een mirt) aan iets hebben...