Wat is de betekenis van Meevaller?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Meevaller

zie ald.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

meevaller

meevaller - Zelfstandignaamwoord 1. een voordeel dat vooraf niet was meegerekend De regering had een aantal onverwachte meevallers. Woordherkomst Naamwoord van handeling van meevallen met het achtervoegsel -er Verwante begrippen bof, buitenkans, buitenkansje, geluk, gelukje...

2025-07-28
Politiek woordenboek

Marco Bunge (1985)

Meevaller

Een extraatje voor de schatkist waarop de minister van Financiën bij de opstelling van de begroting niet had durven hopen (extra gasopbrengsten ten gevolge van een strenge winter bij voorbeeld). Minister van Financiën Ruding uit het kabinet-Lubbers verkeert in de paradoxale situatie dat te veel meevallers hem slecht uitkomen, omdat zijn o...

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Meevaller

s., meifalder, tafalder, meirinder, tadijer, boppeslach; -tje, forfaltsje (it), bearske (it), tafaltsje (it), trek bûtenfoantsje (it); een -tje, in stik bûter yn 'e brij.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

meevaller

m. -s, meevallertje; buitenkansje; een aardig meevallertje!

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

meevaller

m. (-s; -tje) iets dat meevalt. Syn. →bijval. Tgst. tegenvaller.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

meevaller

m. (-s), omstandigheid dat iets meevalt, gunstiger of voordeliger is dan te verwachten was.

2025-07-28
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)