Wat is de betekenis van Medeaanwezig?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Medeaanwezig

bn., met anderen, ook aanwezig.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Medeaanwezig

Medeaanwezig bn. met anderen, ook aanwezig de heer A hier medeaanwezig. MEDEAANWEZIGHEID, v.

Gerelateerde zoekopdrachten